Raadsvoorstel moderne villa aangehouden

Dit bouwsel past naar onze mening ook niet echt bij het cultuurhistorisch karakter van het centrum. Het besluit is uitgesteld en komt in september weer op de raadsagenda. Hopelijk is er dan voldoende duidelijk.

Het bouwen van een vrijstaande woning op de hoek dr. Frederikstraat-Gronausestraat; ons College heeft in 2017 op voorhand bij de bouwplanindiener aangegeven positief medewerking te verlenen aan zijn initiatief. Als gemeenteraad worden we op 11 juni gevraagd een wijziging van het ter plaatse geldende bestemmingsplan vast te stellen. Met deze wijziging wordt niet alleen de bouw van deze vrijstaande woning op de voormalige horecalokatie toegestaan. Door het vaststellen van de bijbehorende ‘maatwerk beeldkwaliteitsparagraaf’ maken we ook een moderne, eigentijdse ‘look and feel’ ervan mogelijk.

Het voelt wat ongemakkelijk…

Over smaak valt niet te twisten. En of een vrijstaande villa op die locatie voldoet aan huidige bouwbehoefte in onze gemeente, daarop had het College toentertijd wellicht niet het inzicht dat we nu wel hebben. De horecabestemming wijzigen naar die wonen vindt de VVD een prima plan. Maar de ‘vele’ uitzonderingen die daarvoor op de geldende regels nodig zijn, voelen voor de VVD ongemakkelijk. Want zeker is; de regels, die zijn er voor iedereen om na te leven. Soms is daar ruimte om af te wijken, soms niet. College-toezegging om medewerking op voorhand, waarbij het voorgenomen plan afwijkt van verschillende geldende regels, is altijd lastig. Volgens jurisprudentie –rechterlijke uitspraken in soortgelijke situaties die voor de rechter zijn gebracht- kan het wel. Maar, zo vindt de VVD, daar moeten we als gemeente heel voorzichtig en maximaal transparant mee om gaan. Afwijkingen horen we altijd goed uit te kunnen leggen! Zodat iedereen in Losser snapt waarom in dat specifieke geval afgeweken wordt. En in andere gevallen niet. Alleen zo sluiten we vermeende willekeur en een mogelijk idee van bevoorrechting uit.

Om meer zicht te krijgen op die afwijkingen, en of die afwijkingen Losser op die plek er echt beter op maken, heeft de VVD aan het College een aantal kritische vragen gesteld. Die kun je onderstaand* lezen.

En toen?

Ons eerste voornemen was om een amendement op het voorstel (een vraag om wijziging) in te dienen. Daarmee wilden we er zeker van zijn dat op die beeldbepalende plek in Losser een woning komt te staan die past bij het cultuurhistorisch bebouwingkarakter dat we voor het centrum van Losser graag willen. Geen hypermoderne villa dus.

Na flink wat overleg in de gemeenteraad bleek dat op de inhoud van het voorstel nog verschillende zaken niet voor alle raadsleden even helder waren, denk bijvoorbeeld aan de situatie rondom de fam. Luijerink. En na het antwoord van Wethouder Nijhuis op onze vraag waarom het College kiest voor een afwijkende beeldkwaliteitsparagraaf, leek het ons het beste het College meer tijd te geven om het voorstel beter uit te werken. Daarin moeten ze de vragen en de opmerkingen over het cultuurhistorische bebouwingskarakter betrekken.

Conclusie

We hebben gevraagd deze wijziging van het bestemmingsplan en de beeldkwaliteitsparagraaf  ‘aan te houden’ om –met meer en met de goede informatie- in de eerstvolgende raadsvergadering tot een definitief besluit te komen.

 

*Vragen van de VVD tijdens de raadvergadering van 11 juni/ onderwerp: wijziging bestemmingsplan dr. Frederikstraat/Gronausestraat

Op de eerste plaats:

Als gemeenteraad stellen we een welstandsnota vast. Uit die nota blijkt dat we als gemeenteraad het belangrijk vinden dat in gebieden met welstandsniveau 2 de bebouwing een zogenoemd ‘cultuurhistorisch karakter’ heeft.

1.       Waarom is ervoor gekozen om voor dit specifieke bouwplan af te wijken van het welstandsniveau 2, en een ‘maatwerk’ beeldkwaliteitsparagraaf op te nemen, waardoor in potentie een moderne en vernieuwende ‘look and feel’ van de vrijstaande woning wordt toegestaan?

2.       De wethouder gaf in de commissie Ruimte aan dat het bouwplan door de stadsbouwmeester is getoetst. Deze persoon moet zo objectief mogelijk nagaan of de look and feel in overeenstemming is met de geldende regels. Het oordeel van de stadsbouwmeester was in hoofdlijnen positief. Uitgaande van cultuurhistorische bebouwing , hoe kan de standbouwmeester op dit moderne plan tot die conclusie komen?

Op de tweede plaats

Een bestemmingsplan borgt het goed wonen en fijn leven in een bepaald gebied. Daarvoor hebben we met elkaar verschillende regels gemaakt. Zoals regels rondom geur en geluid. De kwestie met de fam. Luijerink die in essentie gaat over de uitwerking van deze regels in dit gebied, is in onze ogen nog niet voldoende beslecht. Eerder heeft de VVD aangegeven ontwikkeling van dit plangebied, zoals die met de voorgelegde wijziging van dit bestemmingsplan mogelijk is, pas opportuun te vinden als hier juridisch gebonden duidelijkheid over is. Door in te stemmen met dit voorstel wordt die duidelijkheid gecreëerd en staan voor de fam. Luijerink mogelijk enkel de wegen voor bezwaar en beroep open.

3.       Kan de wethouder aangeven hoe hij hiertegenover staat?

 

Op de derde plaats

Aangegeven is dat het college in 2017 met de indiener van het bouwplan de afspraak maakte aan zijn initiatief positief medewerking te verlenen. Dat wekt vertrouwenwekkende verwachtingen bij de indiener.

Als de raad nu niet instemt met deze bestemmingsplanwijziging of deze amendeert, waardoor de bouw van een moderne, vernieuwd uitziende vrijstaande woning (nu) niet mogelijk is of niet conform het potentiele plan van de indiener mogelijk is, welk financieel risico loopt de gemeente dan als gevolg van deze eerdere afspraak?

Op de vierde plaats

Ons bereikten signalen dat de gemeente toezegging heeft gedaan naar de bewoners van de dr. Frederikstraat hen actief te informeren, zodra het bestemmingsplan ter inzage werd gelegd. Zodat zij tijdig in de zomer van 2018 hun zienswijze konden inbrengen.

4.       In hoeverre herkent de wethouder dit signaal en kan hij dit van betekenis van zijn zijde voorzien?